Juli 2001 hebben Peter Driessen en William Timmermans van WTC Grensland deelgenomen aan de inmiddels beruchte Marmotte.
Hier volgt een impressie van William.
Het vooraf zal ik kort houden. Ik heb er een jaar naar toe geleefd. Wat in 2000 niet mogelijk was door drukke omstandigheden thuis en op het werk moet dit jaar wel gaan gebeuren : het fietsen van de Marmotte. In het najaar meer gefietst dan andere jaren om zo weinig mogelijk vormverlies te hebben. Vanaf 1 januari 2001 de teller op nul gezet en tot 3 juli 6250 km gefietst. Daarvan veel naar het werk en het lidmaatschap van WTC Grensland gaf een nieuwe dimensie aan de zondagochtenden.
Op woensdag 4 juli rijden Ron, Peter en ik naar Frankrijk. Het is warm. Met enig oponthoud in de Ardennen en rond Grenoble komen we om 18.30 uur aan op de camping Le Chateau. Bij de receptie komen we meteen de familie Raeven tegen. We blijken vlakbij elkaar te staan. De camping staat verder vol met fietsers. Sommigen zien er zeer professioneel uit. De bergen maken veel indruk op me. Het is gaan regenen. Even later krijgt Ron het slechte nieuws over zijn zoontje te horen. Deze is opgenomen in het ziekenhuis met uitvalverschijnselen. De stemming is bedrukt. De Marmotte is even ver weg.
Op donderdagochtend volgt het bijna onvermijdelijke nieuws dat Ron naar huis moet. Centraal Beheer regelt heel snel een vliegticket en we brengen hem 's morgens naar het vliegveld van Lyon. Beiden als vader en fietsfanaat weten we wat dit voor hem moet betekenen.
's Middags gaan Peter, Pierre en ik trainen. Pierre heeft de dag ervoor de Alpe d'Huez gedaan in 0.58 min. min of meer op de reserve. Later besef ik pas hoe goed die tijd is. We rijden naar La Bérarde. Volgens Peter een niet te zware klim van slechts 30 km. Op het eerste beste steilere stuk rijden Peter en Pierre bij me weg. Het is balen, maar ik moet me er bij neerleggen. Dit is duidelijk geen Zuid-Limburg of zelfs Zuid-Frankrijk. Na 10 km wordt het nog steiler en zie ik dat ook Peter niet echt lekker fietst. Na 15 km wordt het wat vlakker en besluiten we om te draaien. Met de banden vol teer van wegwerkzaamheden rijden we naar de voet van de Alpe d'Huez om even van deze berg te proeven. Dat is schrikken. Vanaf de voet 10-11%. Het wordt afzien voor mij. Pierre vliegt weg en ook Peter rijdt een tandje zwaarder. De hartslag op 180, een droge mond en een brandende zon. Na een kwartier kom ik aan bij bocht 16 waar P en P op me wachten. Om me op te beuren zegt Pierre dat dit het zwaarste stuk is. Ik geloof hem maar half.
's Avonds gegeten in hotel de Milan waar leden van onze fietsclub enkele weken ervoor hebben gelogeerd. De keuken is uitstekend en Peter en ik mogen smakelijke verhalen aanhoren van een Marmotte-veteraan uit Roosendaal.
Vrijdag is de rustdag. 's Morgens gaan Peter, Pierre, Marita en ik de startbewijzen in Alpe ophalen. Nu zie ik de berg helemaal en word daar niet vrolijk van. Er komen veel fietsers omhoog. We vragen ons af of deze mensen hun kruit niet verschieten. Alpe d'Huez is zo'n ongezellig Frans betonnen skidorp. Bij de inschrijving is een fietsmarkt opgezet waar een gemoedelijke sfeer hangt. Op een terras worden we voorzien van goede adviezen door ervaren Marmotte rijders.
Daarna doen we met de auto ook nog de Croix de Fer. Pierre heeft achter het stuur geen enkele last van hoogtevrees. Peter en ik zien de afgronden met gemengde gevoelens langsflitsen. Ik word steeds minder optimistisch over de tocht. De bergen zijn in het echt veel hoger en steiler dan je uit de verhalen kunt opmaken.
's Middags gaan Peter en ik nog even bananen halen in Vizille, zo'n 20 km van de camping, bang dat elders de bananen zijn uitverkocht. Verder gaat het vooral over het weer. Er is al dagen slecht weer voorspeld en nu is het de vraag of dat nog komt of niet. Het gaat steeds harder waaien en de lucht betrekt.
We maken alles klaar voor de tocht. De kleding blijft een probleem. Bij het diner merk je dat iedereen wat meer gespannen is.
Zaterdag.
's Nachts bijna niet geslapen door het lawaai van de harde wind en van de zenuwen. Om 05.15 gaat geheel overbodig de wekker af. We hebben gereserveerd voor een speciaal Marmotte-ontbijt. Om ons heen wordt pasta gegeten. Mijn maag draait bijna om. Pierre zit in zijn caravan pasta met suiker en vla te eten. Om 06.30 uur rijden we met zijn drieën naar Bourg d'Oisans. Het regent pijpenstelen, maar de wind is weg. We hebben alledrie gekozen voor arm- en beenstukken en een jack. Achteraf een goede keuze. Pierre heeft problemen met zijn derailleur en gaat langs bij de Mavic-tent. Andere jaren zou de start een chaos zijn, maar ik vind het nu wel meevallen. Voor me staat een Engelsman van rond de zestig te rillen van de kou. Wat moet dat worden. Om 07.30 uur mag onze groep van start, boven ons hangt een helikopter. Het is net echt.
Pierre en Peter maken meteen tempo en die zal ik niet terugzien tot na de finish. Na 7 km rijd ik langs onze camping. 3 km verder begint de beklimming van de Croix de Fer. Ik fiets grotendeels 30x23/25. Ik heb goed geluisterd naar Tom Mineur die heeft gezegd dat je niet moet forceren op deze klim. 27 km klimmen duurt ongelofelijk lang. Het stortregent af en toe. Bij het afzetten verlies ik een pootje van mijn bril en ben ik een tijdje aan het zoeken langs de kant van de weg. Ik loop vijftig meter terug maar uiteindelijk ligt het een meter van mijn fiets.
De eerste fietsers komen terug. Wat een watjes. Dat wordt een jaar frustratie. Eerst rijden we door bos, daarna door een open Alpenlandschap met ruige bergen, grasland en heel veel bergstromen. Verder zijn er schapen en Milka-koeien met bellen. Om 09.55 uur kom ik aan op de top. Het is er koud. Marita Raeven en haar kinderen hebben braaf op me gewacht. Marita maakt een foto van me bij het bordje Croix de Fer, houdt mijn fiets vast en maakt mijn bril droog. Wat een verzorging. Pierre en Peter liggen ongeveer 20 min. voor.
Ik ben gewaarschuwd voor de afdaling. Deze loopt inderdaad niet echt lekker, zeker niet met een nat wegdek. Het is smerig koud. Ik doe het rustig aan. Het is een bizarre afdaling met mist, regen en tunnels. Na 40 km kom ik in het dal. Daar eet ik even wat. Door het dal naar de Telegraphe hebben we de wind in de rug. Het is droog en niet zo koud. Ik kan in een groepje rijden dat me naar de voet van de Telegraphe brengt. Ik weet niet meer uit mijn hoofd hoe lang deze klim is. Ik dacht ong. 8 km maar het zijn er achteraf 12.
De eerste helft van de Telegraphe loopt lekker. Ik heb een redelijk tempo en haal veel fietsers in. De tweede helft begin ik het zwaar te krijgen. Het begint weer te gieten. Ik ben blij dat ik er ben maar rij meteen door naar de verzorgingspost in Valloire. Daar kan ik geen post ontdekken en begin met tegenzin aan de beklimming van de Galibier. Gelukkig is er toch een post net buiten Valloire. Hier rust ik wat langer. Het is 13.15, het regent nog steeds en ik heb geen droge draad meer aan mijn lijf.
De eerste 7 km van de beklimming van de Galibier bestaat uit een redelijk rechte weg. Ik was gewaarschuwd dat deze weg niet zo stijl lijkt maar het toch is. Ik houd me rustig en probeer niet te forceren. Het tweede deel van de Galibier gaat in haarspeldbochten omhoog. Door mijn lichte verzet haal ik daar weer fietsers in. Het is koud en de wind komt over de berg heen. Aan de hand van de km bordjes bereken ik hoe lang het in mijn tempo naar de top is; erg lang dus. Ik krijg het mentaal moeilijk maar de ellende van andere fietsers om me heen steunt me in de worsteling naar boven. De omgeving is imposant: een ruig, kaal landschap met in de verte sneeuw. Naar die sneeuw moet ik toe. Het is inmiddels droog.
Om 14.55 uur ben ik op de top. De top is een vlak stuk van misschien 50 m met sneeuwvelden en gaat dan weer over in de afdaling. Ik probeer wat te eten en te drinken. Het is er 2 C. Ik zie een deelneemster huilen van emotie, de kou of de inspanning.
De afdaling is erg koud. De weg is overzichtelijk maar ik durf de fiets niet vol te laten lopen. Ik begin te klappertanden van de kou. Dit moet niet te lang duren. Na 7 km arriveer ik op de Col de Lauteret (2000 m). Ik stap af om de kramp uit mijn schouders te krijgen. Daar heb ik al uren last van. De afdaling van de Lauteret loopt veel beter. Het wordt langzaam wat warmer en ik kan de fiets nu laten lopen. Ik geniet van het indrukwekkende landschap. Weer na 40 km dalen vanaf de Galibier kom ik om 16.30 u aan de voet van de Alpe d'Huez aan.
Ik heb goede zin want ik heb geen spierpijn of kramp en geef mezelf een goede kans nog zilver te halen. Ik eet en drink weer wat en doe de armstukken en jack uit en helm af. Ik tref de twee jonge Belgen die Peter en ik donderdagavond tijdens het diner hebben gesproken. Zij twijfelen of zij de top nog zullen halen. De temperatuur is perfect, ong. 20 C. Om 16.45 uur begin ik aan de klim. Ik rijd heel regelmatig omhoog en probeer weer niet te forceren. In de bochten stretch ik staande op de pedalen even de rug en de schouders. Door de vele bochten kun je heel goed zien hoe hoog je klimt. Veel fietsers zitten er helemaal door heen. Een enkeling begint te zwabberen. Er wordt veel gerust in de bochten. Zodra ik het skidorp Alpe d'Huez in beeld krijg, weet ik dat het einde nadert. Om 18.12 uur ga ik door de finish. Ik ben zeer voldaan met mijn zilver. Hier kan ik lang op teren.
Pierre en Peter hebben goud gehaald. Pierre was om 16.15 binnen en Peter om 16.30u. Petje af voor deze heren.
Een tijdje na mijn aankomst gaan we met zijn drieën de Alpe weer af. Heerlijk 13 km naar beneden zeilen zonder te trappen. Onderweg discussieert Pierre nog wat met automobilisten die in de weg rijden. Op de camping horen we dat veel fietsers al na enkele uren zijn teruggekeerd vanwege het slechte weer. 's Avonds worden we uitgenodigd bij de familie Raeven om mee te eten. Daarna gaan Pierre, Peter en ik weer naar Alpe d'Huez om te kijken of de foto's, die onderweg zijn genomen door een professionele fotograaf, zijn gelukt. We vinden alledrie een leuke actiefoto van onszelf. De afdrukken zijn pas na 23.00 uur klaar maar het is de moeite waard er op te wachten. Rond middernacht liggen we in bed.
Zondagochtend pakken we op ons gemak in en rond 09.30 uur rijden we naar huis. De terugreis verloopt voorspoedig en om 19.30 uur ben ik in Sittard waar ik enthousiast word begroet door vrouw en kinderen.